1. Deelname aan de samenleving

1. Deelname aan de samenleving

1.1 Deelname en ontmoeting

Realisatie

Budget

1.1.1 Sporten en bewegen

Toelichting budget

Krediet Visie Polseweg - Kredietmutatie 600.000
In de programmabegroting 2017 en 2018 was een totaal bedrag van € 4,2 miljoen, met een kapitaallast van € 168.000,- opgenomen voor de uitvoering van de Visie omgeving Polseweg. Op 9 november 2017 heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de uitvoering van deze visie conform de in het raadsvoorstel genoemde variant 2. Uit een raming bleek dat deze variant binnen het gereserveerde budget gerealiseerd zou kunnen worden. Deze raming was bedoeld om een indicatie te geven van de haalbaarheid van het project.
Op dat  moment is een begrotingswijziging aangebracht in de begroting 2019 en is het begrote bedrag bijgesteld tot een bedrag van € 3,6 miljoen. Inmiddels is er een meer concrete planbegroting. De investeringskosten van dit concrete plan passen nagenoeg binnen het oorspronkelijke krediet van € 4,2 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2019 leidt dit tot € 30.000 hogere kapitaallasten.
De kapitaallasten verwerken we in de kadernota 2020.

1.1.2 Kunst en cultuur

1.1.3 Subsidies en accommodaties

Toelichting budget

Inwonersparticipatie - 20.000 nadeel (structureel)
In de kadernota 2017 besloot uw raad om vanaf 2019 € 20.000 structureel op te nemen voor leefbaarheidsplannen. Helaas is deze niet structureel doorgevoerd. dit nemen we nu alsnog structureel op in deze turap en verwerken we in de kadernota 2020.

Uitvoering Contourennota voor het accommodatiebeleid - budgetneutraal (incidenteel)
In de huidige begroting is een bedrag van € 500.000 opgenomen voor  huisvesting SGS, gemeentekantoor Bemmel en vergaderruimte Huissen. Een deel van dit budget zetten we nu in voor de voorbereiding van de uitrol van het accommodatiebeleid. Waaronder huisvesting SGS (€ 150.000 beleidsdoel 1.1.1 Sporten bewegen).

1.2 Zelfredzaamheid

Realisatie

Budget

1.2.1 Gezondheid

Toelichting realisatie

GO! Gezond Onderweg
Eén van de activiteiten in het kader van gezondheidspreventie is GO! Gezond Onderweg.
GO! Gezond Onderweg helpt kinderen met (ernstig) overgewicht individueel. Het stimuleert tevens een leefstijlverbetering van alle kinderen (en hun ouders)! Vanaf november 2018 worden 15 kinderen met ernstig overgewicht begeleid. In de komende jaren groeit dat aantal naar 125. Daarnaast werken we ook aan een GO!-event nog in het voorjaar 2019, voor álle kinderen in Lingewaard.

1.2.2 Kwetsbare inwoners

1.2.3 Uitkeringen

1.2.4 Voorzieningen Wmo

Toelichting budget

Wmo Vervoersvoorziening/Doelgroepenvervoer - € 163.500 nadeel (structureel)
De gemeenschappelijke regeling BVO Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen voert het vraagafhankelijk vervoer uit. De kosten hiervoor vallen hoger uit dan eerder geraamd. We verwachten een stijging van € 140.500. Dit op grond van de werkelijke kosten 2018 en de aangepaste begroting 2019 van de BVO-DRAN. Dit komt vooral door het toenemende volume. 40% meer stijging met name door toenemend gebruik ouderen. Het nadeel is € 140.500.  
In het doelgroepenvervoer (Wmo en jeugd) stijgen de kosten ook. Dit komt door verhoging van de BTW met 3% op 1 januari 2019 en een toename van het volume. Het nadeel is € 23.000.

BVO beheerkosten - € 10.000 nadeel (incidenteel)
De beheerkosten zijn in 2019 en 2020 tijdelijk hoger in verband met aanbesteding.

Wmo Hulpmiddelen Rolstoelen - € 50.000 voordeel (structureel)
Het budget rolstoelen is vraagafhankelijk. De kosten van rolstoelvoorzieningen zijn de afgelopen jaren structureel lager dan begroot. Ook voor 2019 verwachten we een lager bedrag aan kosten dan begroot.

Wmo Hulpmiddelen Woningaanpassing - € 40.000 voordeel (structureel)
Het budget woningaanpassingen is vraagafhankelijk. De kosten van woonvoorzieningen zijn de afgelopen jaren structureel lager dan begroot. Ook voor 2019 verwachten we een lager bedrag aan kosten dan begroot.

Wmo Hulp bij huishouden ZIN/PGB - € 50.000 nadeel (structureel)
Als gevolg van de invoering van de Algemeen Maatregel van Bestuur (AMvB) reële prijs WMO stijgen de kosten van hulp bij huishouden ZIN structureel. Deze AMvB regelt hoe een reële kostprijs moet worden vastgesteld. Het nadeel is € 95.000
Het aantal budgethouders Wmo hulp bij het huishouden daalde de afgelopen jaren. Ook in 2019 zet deze daling door. Hierdoor kunnen we het budget Hulp bij huishouden PGB naar beneden bijstellen. Het voordeel is € 45.000.

Algemene voorzieningen Wmo (eigen bijdragen) - € 245.000 nadeel (structureel)
Tot en met 2018 legden wet aan 1.400 inwoners een eigen bijdrage op in verband met het gebruik van een Wmo voorziening. Vanaf 1 januari 2019 leggen we geen inkomensgerelateerde bijdrage op. Er is nu sprake van een abonnementstarief van € 17,50 per 4 weken. Dit betekent dat we een lager bedrag aan eigen bijdragen ontvangen van € 245.000. Vorig jaar componseerde het rijk ons hiervoor. Dit bedrag willen we daarom daar ook voor inzetten om deze korting op te vangen. Dit is reeds bij de behandeling van de begroting 2019 aangegeven.
De toepassing van het abonnementstarief zorgt naar verwachting voor een toename van aantal aanvragen. De gevolgen daarvan hebben we nog niet beeld. In de tweede turap komen we daar op terug.

Wmo Begeleiding ZIN en PGB - € 170.000 nadeel (structureel)
Er is sprake van een toenemend beroep op begeleiding. Er is sprake van een open einde regeling. Daarom is het beroep van inwoners op voorzieningen in het sociaal domein niet te voorspellen. We kunnen alleen uitgaan van de verwachtingen op basis van gemiddelden van voorgaande jaren (nadeel € 230.000).
Het aantal budgethouders Wmo begeleiding daalde de afgelopen jaren. Het budget Wmo/Persoonsgebonden budget (PGB) brengen we hiermee in overeenstemming (voordeel € 60.000).

1.3 Iedereen die kan werken, is aan de slag

Realisatie

Budget

1.3.1 Re-integratie en scholing

Toelichting realisatie

Onze ambitie voor 2021 is dat we meer inwoners aan werk willen helpen. Dit willen we doen door het intensiveren en versnellen van ons uitstroombeleid.

Toelichting budget

Bestemmingsreserve statushouders/vluchtelingen - budgetneutraal (incidenteeel)
Reguliere trajecten om werk te krijgen, zijn voor statushouders niet toereikend. Zij hebben andere aandacht nodig om doelen te bereiken. In de 2e helft van 2019 en in 2020 willen we extra inzet leveren op de participatie van statushouders. Het doel daarbij is om meer statushouders aan het werk te helpen. De benodigde middelen zijn € 129.440. Deze dekken we door de bestemmingsreserve vluchtelingen en statushouders. We stellen voor het volledige bedrag uit de bestemmingsreserve statushouders/vluchtelingen hiertoe te bestemmen. Het overschot van 2019 besteden we in 2020 ook aan dit doel. Dit is conform de speerpuntennotitie Statushouders.

1.3.2 Werkgelegenheid

Toelichting budget

Modulaire gemeenschappelijjke regeling - € 89.000 voordeel (incidenteel)
Jaarrekening 2018 van de MGR laat een positief saldo zien van € 16.800 wat afgerekend wordt in 2019 omdat het niet meer verwerkt kan worden in de jaarrekening 2018.
Daarnaast is de vernieuwde begroting 2019 van de MGR gunstiger dan we oorspronkelijk in onze begroting hebben verwerkt. Het positieve verschil bedraagt € 72.200. De voornaamste reden is dat deze begroting voort borduurt op het gunstiger aflopen van het aantal WSW-ers in 2018 waardoor er minder salariskosten betaald hoeft te worden. Deze lijn is doorgevoerd in deze begroting van de MGR.

1.4 Talenten ontwikkelen

Realisatie

Budget

1.4.1 Voorzieningen jeugd

Toelichting budget

Leerlingenvervoer - € 50.000 nadeel (structureel)
De kosten van het vervoer stijgen door drie oorzaken. Per 1 januari 2019 is de BTW verhoogd van 6% naar 9%. In de begroting is deze stijging niet opgenomen. De vervoerskosten worden jaarlijks geïndexeerd met de NEA-index. Dit indexeringspercentage is hoger dan verwacht (2,2% in plaats van 1,2%). Daarnaast steeg het aantal leerlingen dat gebruik maakt van leerlingenvervoer.

Jeugdhulp ZIN - € 1.400.000 nadeel (incidenteel)
Er is sprake van een toenemend beroep op jeugdvoorzieningen. Ook de eerste maanden van 2019 wijzen op een toenemende vraag. Om de kosten beheersbaar te houden willen en moeten wij deze trend keren.
Daarom is besloten een task force Jeugdhulp in te stellen. Deze taskforce zal concrete maatregelen voorstellen om de toenemende stijging van de zorgkosten binnen de jeugdhulp stoppen.

Jeugdhulp PGB - € 90.000 voordeel (structureel)
Het aantal budgethouders Jeugdzorg die een PGB hebben daalde de afgelopen jaren. Ook in 2019 zet deze daling door. Het budget wordt hiermee in overeenstemming gebracht.

Gespecialiseerde Jeugdhulp - € 40.000 nadeel (structureel)
De kosten van gespecialiseerde Jeugdhulp stijgen. Dit zijn kosten voor een relatief kleine groep jeugdigen. Het aanbod is zeer specialistisch en de kosten per individu zijn hoog. De verwijzing vindt plaats door andere organisaties dan de gemeente.
De tarieven 2018 en 2019 van gecertificeerde instellingen (GI) zijn verhoogd met 3,1% per jaar. Sinds 2015 hadden deze instellingen geen indexering ontvangen. In 2017 is daarvoor een eenmalige vergoeding verstrekt van 3,1%. Die lijn is nu ook doorgetrokken voor 2018 en 2019, onder de voorwaarde dat de GI's hiervoor een transformatieplan aanleveren.

Transformatiefonds Jeugdhulp - budgettair neutraal (incidenteel)
De gemeente ontvangt voor 2019 en 2020 middelen voor het regionale transformatieplan jeugdhulp. Het betreft inzet op het gebied van beleid, financiën en programmamanagement. Het gaat ook over de inzet van de lokale toegang op de ontwikkellijnen in het plan. De bijdrage is € 42.391 voor 2019 en € 28.261 voor 2020. De intentie is om deze middelen onder meer in te zetten voor het project BOR van Humanitas. Het project Begeleide Omgangsregeling (BOR) heeft betrekking op het begeleiden van een omgangsregeling voor gescheiden ouders en kinderen. Vrijwilligers begeleiden deze omgangsregeling op locatie. Met als doel dat ouders uiteindelijk dit zelfstandig op kunnen pakken. De inzet van deze begeleiding is laagdrempeliger en goedkoper dan inzet van bijvoorbeeld trajecten via Lindenhout (Ouderschap Blijft). Voor dit bedrag kunnen zij 5 trajecten begeleiden. De jeugdconsulenten hebben behoefte aan dit product. Ook vanuit de Rechtbank zou men vaker gebruik willen maken van dit product in Lingewaard. Meerdere regiogemeenten maken al gebruik van dit aanbod.

1.4.2 Opleiding en educatie

Toelichting budget

Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) - budgettair neutraal (structureel)
Voor 2019 ontvangt Lingewaard een OAB-budget van het Rijk van € 265.004 (voorlopige beschikking d.d. 28 september 2018). De OAB-middelen moeten we minimaal inzetten voor de volgende doelen om onderwijsachterstanden te voorkomen en bestrijden:
- Nieuw 2019: meer uren voorschoolse- en vroegschoolse educatie (VVE) voor ieder doelgroepkind. Het gaat om een stijging van 33% van 12 naar 16 uur
- Nieuw 2019: Verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie
- Aanbod VVE
- Toeleiding naar VVE
- Doorlopende leerlijnen
- Resultaatafspraken vroegschoolse educatie
- Activiteiten bevordering beheersing Nederlandse Taal                    
In het najaar starten we met pilots om invulling te geven aan de verruiming van uren van het doelgroepkind.

Gymonderwijs - € 42.500 voordeel (structureel)
De onderschrijding op onderwijs komt enerzijds door een daling van de leerlingenaantallen van de laatste jaren en daarmee ook de hoogte van de gymvergoeding. Anderzijds wordt dit veroorzaakt door het wegvallen van de 6% btw op de huur van de sportzalen sinds 2019.

Onderwijsbeleid en leerlingzaken Subsidies - € 102.000 voordeel (structureel)
Vanaf 2019 zijn de middelen voor een voorschoolse voorziening peuters (Asscher-middelen) voor gemeenten bevroren op het niveau van 2018. Voor Lingewaard is het nadeel € 23.000 in 2019, oplopend tot € 68.000 in 2022.
Daarnaast blijkt dat we een onderbesteding hebben op het oorspronkelijke budget Subsidiering Peuterpeelzaalwerk. Dit is per 1 januari 2017 door de harmonisatie omgevormd naar kinderopvang. Veel ouders die eerder recht hadden op een subsidieplaats, bleken recht te hebben op kinderopvangtoeslag. Hierdoor viel de aanspraak op de gemeentelijke subsidie lager uit dan voorzien. Dit is een structureel voordeel van € 125.000. Per saldo is het voordeel: € 102.000 in 2019, dalend naar € 57.000 in 2022.

ga terug